Potgrond bestaat uit verschillende ingrediënten, waaronder exotische of uitputbare inhoudsstoffen. Duurzaam is dat niet: een toevoeging als kokosvezel moet geïmporteerd worden. Dat kan dus anders vinden Zundertse boomkwekers, verenigd in Coöperatieve Vereniging Treeport Zundert. Met geld uit het Onderzoek & Ontwikkelfonds onderzoeken ze of ze een potgrondmengsel kunnen samenstellen mede op basis van inheemse planten, geteeld op West-Brabantse bodem.
Het hele idee om potgrond te verduurzamen ging al langer rond in het hoofd van René van Gastel, mede-eigenaar van onderzoeksbureau GroeiBalans Teelt & Onderzoek. Ook Charl Goossens van Handelskwekerij GOVA BV uit Nispen liep met een zelfde idee rond. Gezamenlijk zijn ze van mening dat de boomteeltsector niet kan achterblijven, dus legden zij contact met David Bömer, manager van Treeport Zundert. Die was enthousiast en wilde graag meedenken en uiteindelijk meewerken in dit project. Van Gastel: “Wat je ziet is dat er al zo’n dertig tot veertig jaar turf wordt gebruikt om potgrond te verrijken. Dit is vaak plantaardig materiaal met bepaalde vezels, mineralen en vitaminen, zodat planten beter, sneller of mooier groeien.”
Viertal proeven
De turf komt inmiddels uit veengebieden in Noord-Europa. Omdat turf geen onuitputtelijke en dus geen duurzame grondstof is, worden er nu al andere planten of gewassen gebruikt. Zoals kokosvezel. Maar dat moet dan weer van ver komen, bijvoorbeeld uit Sri Lanka. “Al met al geen duurzame of circulaire keten dus. Tel daar het transport bij op en het produceren en vervoeren van potgrond heeft een grote impact op het milieu”, merkt Van Gastel op. “We zoeken echter een biobased product dat ook circulair en beter voor het milieu is.”
Onderzoek en ontwikkeling
Met steun uit het O&O-fonds, kon vervolgens halverwege mei dit jaar een viertal proeven starten bij vier verschillende kwekers in en rondom Zundert. Zij kweken ieder verschillende plantensoorten die als basis dienen. Waaronder de rietsoort Miscanthus, Tagetes (beter bekend als afrikaantje) en de lisdodde. Daarnaast is er een hoeveelheid mest, champignonmest en compost doorheen gemengd die die verrijking aan potgrond geven. Maar dit is dus wel op basis van inheemse plantensoorten of planten die sowieso al lokaal gekweekt worden. In Delta Agrifood Business (DAB) in Bergen op Zoom worden nu door VARTA Valorisatielab verschillende potgrondmengsels en mogelijke duurzame alternatieven verder onderzocht en ontwikkeld.
Aftastende start
Volgens Van Gastel konden de proeven eerst op sceptische geluiden rekenen, maar is dat inmiddels helemaal bijgedraaid. “Kwekers zijn toch altijd kritisch in het begin op wat zo’n verandering met hun planten doet. Iedere kweker die meedoet met het project moet bovendien ruimte voor twee- tot driehonderd planten op het terrein vrijmaken. Dat is natuurlijk een vermindering van de omzet. Gelukkig zijn er dan altijd een paar ondernemers die vooroplopen en het experiment aangaan.” De proeven lopen nog, maar er zijn al voorzichtige, positieve resultaten te zien. Vanuit daar is het echter nog wel een hele stap om potgrondproducten zover te krijgen, merken Bömer en Van Gastel op. Het onderzoek gaat in ieder geval door.
Innovatie aanwakkeren
Hoe kan een zak potgrond nou het verschil maken?, zou je denken. Toch steekt het anders in elkaar. Iets ogenschijnlijk simpels als een nieuwe soort potgrond kan agrarische bedrijven in de regio helpen om het duurzame verschil te maken, vertelt Bömer. “De duurzame, lokaal geteelde variant hoeft bovendien van minder ver te komen. Wat weer minder vervoersbewegingen oplevert. Ook is het belangrijk dat we deze innovatie niet voor onszelf houden, maar juist nu al buiten de regio het contact opzoeken met andere kwekers en bedrijven in de boomteeltsector. Bijvoorbeeld in Boskoop. Alleen op die manier kan een project als zorgen voor een grote verandering in de sector”, aldus Bömer. Dat gebeurt in zogenoemde innovatiekringen, waarin verschillende boomkwekers en onderzoekspartijen uit het hele land samenwerken.
Meer informatie
Het project Vezelrijke Potgrond Regionaal Geteeld is een van de vele projecten die subsidie uit het O&O-fonds van Regio West-Brabant (RWB) ontving. Dit project valt onder het thema Agrofood/Biobased en ‘Plantbased Region’. RWB trekt daarin samen op met REWIN West-Brabant. Ook een project of innovatief idee dat een zetje kan gebruiken? Bekijk dan de pagina van het O&O-fonds in ons subsidieloket voor meer informatie en dien een subsidieaanvraag in.