Tot en met vorig jaar werden resultaten in de derogatierapportages ongewogen weergegeven. Sinds afgelopen derogatierapportage worden de resultaten van de landbouwpraktijk gewogen. Het niet-wegen van de resultaten leidde namelijk tot aanzienlijke afwijkingen bij een aantal kengetallen, zoals oppervlakten, tussen de gemiddelden van de bijna 300 bedrijven in de steekproef voor de derogatierapportages en de gemiddelden vanuit de Landbouwtellingen. Daarom is onderzocht of een methode van wegen tot kleinere verschillen zou kunnen leiden.
Drie methoden van wegen zijn vergeleken met niet-wegen over de jaren 2006 tot en met 2018:
- wegen naar de stratificatie (DM-stratificatie): bij deze methode wordt gekeken naar de indeling in strata waarop de bedrijfskeuze gedaan wordt voor de Derogatiemonitor (DM). Er wordt gestratificeerd op bedrijfstype, bedrijfsomvang en regio
- wegen naar het meest gelijkende bedrijf (imputatie): deze methode is onder andere toegepast in de recente Nitraatrichtlijnrapportages
- wegen naar arealen: RIVM heeft deze methode toegepast bij de nitraatconcentraties in de zandgebieden en hierover eind 2019 een artikel gepubliceerd.
De drie methoden en niet-wegen zijn met elkaar vergeleken op de verschillen in gemiddelden ten opzichte van gemiddelden van de Landbouwtelling: hoe kleiner het verschil, hoe beter. Waar dat niet mogelijk was, bijvoorbeeld bij de bodemoverschotten voor stikstof, is bekeken welke methode de kleinste standaardfout gaf. Wel is een voorwaarde dat één methode voor alle door Wageningen Economic Research te berekenen kengetallen gebruikt gaat worden.
Uit het onderzoek naar de methoden is gebleken dat de methode wegen naar DM-stratificatie bij kengetallen, die ook voor de Landbouwtellingen berekend kunnen worden, gemiddeld het beste de waarden van de Landbouwtellingen benadert. Voor deze kengetallen heeft deze methode over het algemeen ook de kleinste standaardfouten. Figuur 1 geeft gemiddelden volgens de verschillende methoden weer voor het kengetal oppervlakte cultuurgrond per bedrijf.
Nutriëntengegevens zijn niet beschikbaar in de Landbouwtelling. Voor bijvoorbeeld het bodemoverschot van stikstof moeten we dus afgaan op de standaardfouten. Bij het bodemoverschot van stikstof blijken de standaardfouten het kleinst te zijn bij niet wegen, dan bij wegen naar DM-stratificatie, daarna bij wegen naar arealen en ten slotte bij imputatie. Bij de nutriëntengegevens verschillen de gemiddelden veel minder tussen de methoden: reden hiervoor is dat nutriëntengegevens veelal per hectare worden uitgedrukt en niet per bedrijf.
Omdat wegen naar DM-stratificatie overall de beste resultaten oplevert, is besloten om deze methode vanaf 2021 in de derogatierapportages toe te passen voor door Wageningen Economic Research te berekenen kengetallen. Voor de waterkwaliteitsmetingen van het RIVM is de keuze gemaakt om niet te wegen. In een bijlage van de derogatierapportage wordt uitgebreider op wegen ingegaan.