Melkveehouders op de Veluwe kunnen vanaf 8 januari 2024 subsidie aanvragen voor het verminderen van hun stikstofuitstoot door koeien ander voer te geven of meer in de wei te laten lopen. Het gaat om een proef van 3 jaar waaraan 250 melkveehouders mee kunnen doen.
De boer aan het roer
“Met deze proef zetten we de boer aan het roer door managementmaatregelen te steunen. Dit is een lang gekoesterde wens van de agrarische sector. Ook investeren we hiermee in meten is weten”, zegt landbouwgedeputeerde Harold Zoet. Hij hoopt dat veel melkveehouders mee gaan doen.
Urine, mest en stikstof
In de melkveehouderij ontstaat veel stikstofuitstoot, doordat koeienmest en urine met elkaar in contact komen op de stalvloer. Door koeien meer uren buiten in de wei te laten lopen, poepen en plassen ze meer op verschillende plekken en ontstaat er minder stikstof. Door koeien minder eiwit te geven in hun voer, ontstaat er ook minder stikstof. Hierdoor geeft de koe mogelijk wel minder melk.
Subsidie voor managementmaatregelen melkveehouderij
In deze pilot krijgen melkveehouders subsidie als ze hun stikstofuitstoot verminderen met 1 van deze 2 maatregelen. Bij de regeling geldt hoe meer uren de koeien buiten lopen, hoe meer subsidie en hoe minder eiwit in het voer, hoe meer subsidie. Deelnemers mogen zelf bepalen of ze inzetten op ander voer of meer weidegang en hoe ze dat verder invullen.
Sensoren in de stal
Om het effect van de genomen maatregelen te meten moeten deelnemers sensoren in hun stal plaatsen die de uitstoot van stikstof en methaan meten. Voor de aanschaf van deze sensoren krijgen de deelnemers ook subsidie.
Meer inzicht en minder stikstofuitstoot
Met de proef willen we onderzoeken of agrariërs hun werkwijze willen aanpassen als ze daarvoor beloond worden. Ook willen we meer inzicht krijgen in de inzet van sensoren, het effect van minder eiwitrijk voer en meer tijd in de wei op de stikstofuitstoot. De verwachting is dat met deze proef per jaar 100.000 tot 137.000 kg minder stikstof wordt uitgestoten, afhankelijk van de inzet van deelnemende bedrijven. “Een volgende stap is dat we die gemeten lagere uitstoot ook kunnen gebruiken in vergunningen. Dat kan in deze pilot nog niet, maar daar werken we hard aan”, aldus Zoet.
Meten is weten
Sensortechniek wordt steeds belangrijker in de veehouderij. Bedrijven kunnen hiermee efficiënter werken. En hopelijk gaan sensoren in de toekomst een doorbraak geven aan vergunningverlening voor innovaties. Als bedrijven met metingen overtuigend kunnen aantonen dat ze beneden een bepaalde emissie blijven, zal dat voor de rechter een belangrijk criterium zijn bij gerechtelijke uitspraken over vergunningverlening in de veehouderij
Zoet: “Sensoren staan aan de basis van een ander beter landbouwbeleid waarin innovaties het voor de sector broodnodige toekomstperspectief kunnen geven. Het ministerie van Landouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) moet er daarom zo snel mogelijk voor zorgen dat het gebruik van sensoren hiervoor juridisch goed geborgd wordt.”
Investeren in sensortechniek
Provincie Gelderland investeert samen met andere overheden en de sector op verschillende manieren in het gebruik van sensoren. Deze pilot is ontwikkeld met de melkveesector in Gelderland en gefinancierd door het ministerie van LNV. Melkveehouders in het gebied tussen de IJssel, NederRijn en de Randmeren kunnen vanaf 8 januari 2024 subsidie aanvragen.