Overijssel wil de komende jaren via een brede samenwerking tussen bewoners, gebiedspartners en betrokkenen komen tot een toekomstbestendig landelijk gebied. Het Provinciaal Programma Landelijk Gebied zal een grote impact hebben. Niet alleen op het platteland en voor de agrarische sector, maar op de maatschappij als geheel. Juist daarom is het essentieel dat we hierin de diepgewortelde Overijsselse kracht aanspreken. Met de denkkracht en de inventiviteit van Overijsselse inwoners, ondernemers en organisaties gaan we bij het vormgeven van de plannen met alle betrokkenen in een gebied gezamenlijk zoeken naar de meest passende uitvoering. Goede, breed gedragen plannen ontstaan alleen wanneer bewoners, ondernemers, gemeenten, waterschappen en andere gebiedspartners samen optrekken.
Elke provincie maakt een plan
Het Rijk heeft aan alle provincies gevraagd om uiterlijk 1 juli van dit jaar te komen met een Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG). In dat plan moet duidelijk worden hoe de provincies willen werken aan het verbeteren van de natuur- en waterkwaliteit. Gedeputeerde Staten hebben nu de startversie van dit PPLG vastgesteld.
Drie onlosmakelijke doelen en harde voorwaarden
Overijssel wil nadrukkelijk verder kijken dan alleen de natuur- en waterdoelen. Het behoud van de sociale cohesie op het platteland en de economische kracht is essentieel en moet waar mogelijk versterkt worden. Daarnaast dient er concreet en duurzaam perspectief voor de landbouw te zijn. Deze drie doelen zijn voor Overijssel onlosmakelijk aan elkaar verbonden en hierin stelt de provincie dan ook duidelijke voorwaarden aan het Rijk: het is alles of niets.
Dat betekent ook dat vanuit het Rijk niet alleen middelen en faciliteiten beschikbaar gesteld worden voor de natuurdoelen, maar dat er ook voldoende geïnvesteerd wordt in werkgelegenheid, voorzieningen en de sociale binding tussen Overijsselaars op het platteland. Dat is cruciaal voor de leefbaarheid, het toekomstperspectief en daarmee het draagvlak bij onze inwoners en ondernemers.
Concreet betekent dit dat Overijssel van het Rijk verwacht dat naast voldoende tijd voor deze ingrijpende en complexe gebiedsprocessen, ruimte voor gebiedsgericht maatwerk er ook een fonds komt om langjarige vergoedingen voor het beheer van bijvoorbeeld landschapselementen te kunnen verstrekken aan boeren.
In totaal stelt Overijssel dat voor een zorgvuldige en gedegen uitvoering van het PPLG een financiële rijksbijdrage van circa 5 miljard euro noodzakelijk is. Dit bedrag wordt nader onderbouwd in de startversie van het PPLG. Daarnaast is het een voorwaarde om aan de slag te kunnen dat er een oplossing is voor PAS-melders. Het Kabinet heeft in 2019 beloofd PAS-melders te legaliseren en zolang deze belofte niet is ingelost, zal dit funest zijn voor het draagvlak en het vertrouwen om gebiedsprocessen gezamenlijk tot een succes te maken.
Doelen zijn ingrijpend en complex
Om de gestelde natuur- en waterdoelen te halen, moeten we de uitstoot van stikstof en broeikasgassen terugdringen, natuur en bodem robuuster en sterker maken maar ook de waterkwaliteit verbeteren en willen we ook duurzaam toekomstperspectief voor (agrarisch) ondernemers scheppen.
De door het Rijk vastgestelde opgaven voor het PPLG Overijssel zijn zeer ingrijpend en vertonen een complexe samenhang. Zoals reeds gesteld is de impact groot.
Juist omdat de doelen zo ingrijpend zijn, is het belangrijk dat we alle opgaven die er liggen in één keer, goed en breed gedragen oppakken. Zo zullen de beekdalen in Twente moeten worden hersteld en de bodemdaling in het veenweidegebied in Noordwest Overijssel verminderd worden. Dit betekent dat de landbouw in Overijssel de komende jaren meer grondgebonden moet worden. Om dat te bereiken zal het allergrootste deel van de vrijkomende grond voor de landbouw beschikbaar moeten blijven.
Het Overijsselse uitgangspunt is dat we doelen willen realiseren, maar de betrokkenen in de gebieden hebben zelf ons vertrouwen en de ruimte om te bepalen op welke manier dit het beste gedaan kan worden. In de gebieden zit immers de kennis en het ondernemerschap om er invulling aan te geven en de best passende aanpak met elkaar uit te denken en uit te voeren.
PPLG biedt denkrichtingen
De startversie van het PPLG biedt denkrichtingen die een voorbeeld schetsen hoe de doelen behaald kunnen worden, maar het spreekt voor zich dat er veel meer routes mogelijk zijn. Het is aan de gebieden en de individuele ondernemers om uiteindelijk te bepalen hoe de doelen het best gerealiseerd kunnen worden. Daarnaast is het zo dat de verschillende reductiedoelen ten behoeve van de natuur in Overijssel niet alleen gelden voor de agrarische sector, maar voor alle sectoren.
Inwoners en ondernemers moeten centraal staan
Gert Harm ten Bolscher, gedeputeerde Landbouw en Natuur, stelt namens het voltallige College van Gedeputeerde Staten: “We staan aan het begin van een ingrijpend en langjarig proces om onze natuur te versterken. Maar we hebben als college van Gedeputeerde Staten al in een eerder stadium duidelijk uitgesproken naar het Rijk dat we aan de slag gaan met een PPLG waarin de gestelde natuurdoelen worden gehaald, maar dat voor ons het behoud van onze sociale cohesie en economische kracht van het platteland cruciaal zijn. Bij de uitwerking staat het belang van onze inwoners en (agrarisch) ondernemers centraal. Het bieden van duurzaam en langjarig toekomstperspectief aan agrarisch ondernemers is onlosmakelijk verbonden aan onze doelen binnen het PPLG. Boeren zorgen niet alleen voor ons voedsel, ze spelen ook een belangrijke rol in het beheer van ons landschap en binnen de sociale structuren in dorpen en gemeenschappen.”
Zoeken naar breed gedragen oplossingen
“Het eerlijke verhaal is dat om de doelen te halen verandering nodig is. Verandering in het verduurzamen, innoveren en extensiveren van de landbouw. Veranderingen in onze leefomgeving, waarbij we aanpassingen doen in de bodem en het landschap om de waterkwaliteit te verbeteren. En verandering wellicht in de manier waarop agrarisch ondernemers hun boterham verdienen. Veranderen is spannend en lastig. Maar juist omdat we onze toekomst en de inrichting van ons landschap bepalen, is het belangrijk om dit proces samen aan te gaan. Door in gesprek te blijven, begrip te hebben voor elkaars belangen en samen te zoeken naar breed gedragen oplossingen.”
“Het helpt daarbij niet dat het Kabinet de randvoorwaarden en kaders van het NPLG nog niet ingevuld heeft. Deze voorwaarden en kaders zijn cruciaal voor boeren om hun bedrijfsvoering daarop aan te passen. Het Landbouwakkoord moet er dan ook zo snel mogelijk komen. Want het gaat misschien nog wel meer om een verandering voor de hele maatschappij, bijvoorbeeld hoe we onze voedselproductie waarderen, maar ook of we als maatschappij bereid zijn om boeren te betalen voor het leveren van maatschappelijke diensten.”
Geef duidelijkheid en neem voldoende tijd om het goed te doen
“Recent heb ik nog in de Tweede Kamer aangedrongen om snel duidelijkheid te geven over onze opgaves, over hoe alle sectoren daaraan moeten bijdragen en hoe we ondernemers duurzaam toekomstperspectief kunnen bieden en het definitief oplossen van de PAS-melders. In Overijssel hebben we veel ervaring met gebiedsprocessen. Die ervaring leert dat deze processen intensief zijn en het essentieel is om de tijd te nemen. Daarom wil Overijssel benadrukken om de tijd te nemen voor het PPLG. De opgaven zijn ingrijpend en complex. Dat vereist een zorgvuldig proces, want we hebben geen herkansing. Zo snel mogelijk beginnen in gebieden waar nu al plannen gemaakt worden en een zorgvuldig proces in gebieden waar het erg ingewikkeld is .”
Samen werken van groot belang
De denkrichtingen die de basis vormen van de startversie van het PPLG zijn de afgelopen weken besproken met gebiedspartners als waterschappen en gemeenten, de agrarische sector, natuurbeheerders- en andere belangenorganisaties. De provincie is ervan overtuigd dat het PPLG alleen uitvoerbaar is als alle betrokkenen, overheden en niet-overheden samen werken vanuit een sterk partnerschap.