Dierlijke mest, gebruikt op een manier die goed is voor boer, milieu en omgeving, moet een belangrijke plaats krijgen in de kringlooplandbouw. Het gaat er om de waardevolle bestanddelen uit mest te behouden en te gebruiken en tegelijk overlast voor de omgeving te voorkomen. Dat is het belangrijkste uitgangspunt van de Uitvoeringsagenda Mest van de provincie Noord-Brabant.
Provinciale Staten zullen 1 juli de 80%-versie van de uitvoeringsagenda Mest bespreken. Vervolgens zal deze na de zomer definitief door Gedeputeerde Staten worden vastgesteld.
Kringlooplandbouw
Bij kringlooplandbouw blijven grondstoffen en producten zo lang en zo hoogwaardig mogelijk in de kringloop. Grondstoffen worden volledig benut en reststromen gerecycled. De provincie heeft deze weg ingeslagen in het onlangs vastgestelde Beleidskader Landbouw en Voedsel 2030.
Minder overlast, duurzamer gebruik
Natuurlijke mest bevat waardevolle bestanddelen en mineralen Door mest niet meer te zien als afvalproduct, maar zo te bewerken dat deze weer gebruikt kan worden in de akker- en tuinbouw, wordt de kostbare voedingswaarde uit mest behouden en de kwaliteit van bodem, water en lucht verbeterd. Overlast voor de omgeving kan worden geminimaliseerd door de mest zo snel mogelijk te bewerken. Daarvoor zijn verschillende manieren.
Minder kunstmest
Elies Lemkes-Straver, gedeputeerde Landbouw, Voedsel, Bodem en Brede Welvaart: “We willen kunstmest verminderen ten gunste van bewerkte dierlijke mest. Dat wordt in de huidige tijd steeds noodzakelijker. Het gebruik van de waardevolle stoffen uit dierlijke mest is bovendien goed om kringlopen te sluiten. Daarvoor is het wel nodig de mest eerst te bewerken. Dat vermindert bovendien overlast voor de omgeving. We willen af van drijfmest, dus daar gaan we geleidelijk afscheid van nemen en tegelijk werken we aan een nieuw kringloopgedreven systeem.”
Meteen bewerken
Uitgangspunt van de kringloopgedachte is dat de bewerking van mest zo dicht mogelijk bij de bron (de boer) gebeurt. En als dat niet kan: zoveel verder weg als nodig, in gespecialiseerde mestbewerkingsinstallaties. Het snel bewerken van mest dichtbij de bron voorkomt verlies van nutriënten en vermindert het vervoer van drijfmest, dat vooral uit water bestaat. Door basale bewerking van de mest op het boerenbedrijf verminderen bovendien overlast en emissies in de hele keten van boerderij tot akker .
Van overschot naar schaarste
De mineralenbalans in Nederland is aan het kantelen. Een jaar of tien geleden kende Nederland een mestoverschot; de verwachting is dat er in 2030 landelijk een tekort aan mineralen uit dierlijke mest zal zijn. Noord-Brabant houdt echter meer van de schaarser wordende waardevolle mineralen en organische stof uit mest beschikbaar dan nodig voor de Brabantse landbouwbehoefte. Daarom zal samenwerking worden gezocht met tekortgebieden in andere provincies. Mestbewerking blijft dus noodzakelijk om kringlopen op landelijk niveau te kunnen sluiten.
De route naar 2030
De Uitvoeringsagenda geeft aan hoeveel mest bewerkt moet worden en op welke manier: op de boerderijen en op verzamellocaties en wat dit betekent voor de ruimtelijke inpassing. Dat wordt vastgelegd in een plan-Milieu Effect Rapportage (MER) Mest, die naar verwachting begin 2023 wordt opgeleverd. Daarbij worden de belangen van de leefomgeving zorgvuldig meegewogen. Er wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om overlast terug te dringen.
Om gewenste innovatie te versnellen wil de provincie experimenteerruimte bieden aan innovatie- en demoprojecten. Dit richt zich in de eerste instantie op initiatieven die mest brongericht (op de boerderij) verwerken en verwaarden.