Noord-Holland

“In Noord-Holland is het stikstofgesprek veel opener”

In overleg met de boeren werkt de provincie Noord-Holland aan de stikstofopgave. Nico Verduin van boerenbelangenorganisatie LTO Noord en gedeputeerde Esther Rommel belichten de samenwerking. “Het is spannend, ingewikkeld en het voelt soms als dansen op eieren.”

Het stikstofdossier zorgt voor hoofdbrekens en onvrede. De afgelopen weken stapten boerenvertegenwoordigers in 7 provincies uit stikstofoverleggen. Volgens hen richt het Rijk zich teveel op opkoop- en onteigeningsprocedures. Ook missen de boeren duidelijkheid over meetdata, innovatiekansen en economisch toekomstperspectief.

 

Stikstof in Noord-Holland

In Noord-Holland is LTO Noord, als onderdeel van het brede landbouwcollectief Stikstof NH, constructief in gesprek met de provincie. Volgens Verduin komt dat omdat “de fase waarin de gebiedsprocessen zich hier bewegen nog veel opener is dan bijvoorbeeld in Flevoland. In Flevoland wilden ze meters gaan maken zonder een duidelijk kader. Er was heel veel onduidelijk. Als Stikstofgroep Flevoland hebben we daar daarom op de pauzeknop gedrukt. In Noord-Hollnd is het gesprek veel opener. De provincie erkende al in februari met een brief aan Den Haag dat er zoveel onduidelijk was dat we nauwelijks stappen konden zetten. Dat geeft aan dat de sfeer hier anders is en dat er herkenning is op dit punt.”

 

De boer op bij de industrie

“Dat is ook de reden waarom ik minister Van der Wal (Natuur en Stikstof) heb uitgenodigd om naar Westzaan en het duingebied te komen”, legt Rommel uit. “Om haar er echt bewust van te laten zijn dat eventuele generieke maatregelen niet in alle provincies hetzelfde effect gaan hebben. Daarnaast is het erg ingewikkeld als zij zulke maatregelen alléén bij de boeren neemt. In Noord- en Zuid-Holland hebben we heel veel industrie. Ook daar moeten we iets mee. Vandaar dat collega Zita Pels en ik in de provincie de boer opgaan bij de industrie met de vraag ‘wat kunnen jullie doen en waaraan kunnen we jullie committeren?’ Dat pakketje leg ik ook in Den Haag neer.”

Rommel omschreef het stikstofdossier 1,5 jaar geleden als “roeien met je handen”. Tegelijkertijd was ze zeer uitgesproken over de route naar oplossingen. “Dit is een gezamenlijke opdracht. Als niemand beweegt, kan er niets.” In gesprek blijven is voor de gedeputeerde dan ook een halszaak. Rommel, toen: “Al ben je het oneens, je kan altijd naar iemand luisteren. Ik pak gewoon de telefoon als iemand me bekritiseert. Boeren bellen mij ook. Prima. Dat is niet altijd rozengeur en maneschijn, maar ik neem elk gesprek mee in mijn gedachtegang.” 

 

Spannende samenwerking in Noord-Holland

De vraag hoe de samenwerking tussen de provincie Noord-Holland en LTO Noord verloopt is volgens Verduin een lastige. “Het maakt al het grootste verschil of het gaat over de samenwerking op dit moment of in het algemeen. Ik denk dat samenwerken altijd een beetje spannend is. Dat heeft te maken met de context van de tijd waarin we leven. Er lijkt in de politiek een ambitie te zijn om heel veel zaken te vatten in regels. Aan de andere kant leeft in de politiek de ambitie om juist meer op basis van vertrouwen samen te werken. Regels enerzijds en verantwoordelijkheid anderzijds; dat is spannend.”

 

Politiek moeras

“Er is vanuit de provincie wel veel bereidheid tot gesprek”, gaat Verduin door. “Dat merken wij zeker op de domeinen stikstof en landbouw, waar we veel met elkaar te maken hebben. Op het domein natuur vind ik samenwerken ingewikkeld. Ik denk dat dat komt omdat iedereen er wat van vindt. Op alles wat we horen te doen met natuur wordt eerder negatief-kritisch dan positief-kritisch gereageerd. Soms lijkt het alsof er een tegenstelling is tussen boerenland en natuur, maar er is juist heel veel samenhang. Alleen misschien niet altijd op een manier die de wat meer activistisch ingestoken mens graag ziet. Natuurbeheer en alles wat eromheen zit, bijvoorbeeld wildbeheer, is heel erg moeilijk en lijkt ook een beetje een politiek moeras.”

Rommel: “Samenwerken betekent soms op eieren dansen. Niet omdat de wil er niet is, maar omdat er een bepaalde dynamiek inzit die het lastig maakt om elkaar goed te kunnen vertrouwen. Ik ben heel erg van het vertrouwen geven en eigen verantwoording neerleggen daar waar die hoort. In dit geval: bij de boeren die aan natuur doen. Dat is mijn liberale achtergrond. Andere partijen hebben meer zoiets van ‘als wij het niet regelen, gebeurt het niet’. Ik ben het met Nico eens dat het soms lijkt alsof de natuur en de boer tegenover elkaar staan. Terwijl dat nou juist níet het geval is. Als de boer niet goed is voor de natuur, heeft hij een probleem, want dat is zijn kapitaal. De natuur hoort bij boeren. Zij moeten juist goed kunnen samengaan.”

 

Zware opgave

Als boerendochter kan Rommel zich goed inleven in de agrariërs. Ze heeft ook geen moeite met de direct- en openheid waarmee boeren hun kritiek ventileren. “Liever zo dan dat het verborgen blijft. Wat ik wel jammer vind, is als ze niet meer aan tafel zitten. Je moet het gesprek met elkaar blijven aangaan, ook al is het niet leuk. Ik vind het zó belangrijk om dat in stand te houden. Als wij er in Noord-Holland niet samen uitkomen, kan het zijn dat het Rijk straks met hele grote stappen door het land gaat. In deze provincie zien landbouw en natuur er heel anders uit dan in Gelderland, Overijssel of Limburg. Er zijn dus allemaal verschillende stikstofmaatregelen nodig. Als we die boodschap niet samen blijven uitdragen, wordt het lastig. Je moet elkaar serieus nemen en elkaar daarin vertrouwen, en tegelijkertijd je eigen belangen dienen.”

 

De meeste mensen deugen

Hoewel Verduin dat laatste onderschrijft, komt er volgens hem meer kijken bij de dialoog tussen LTO Noord en de provincie. Van naar elkaar kunnen luisteren tot wederzijdse belangstelling en de menselijke maat. “We moeten een ‘critical friend houding’ hebben”, zegt hij. “Dat betekent: naast plezierig samenwerken óók voldoende kritisch zijn op elkaar. En het moet helder zijn dat je voor je eigen verantwoordelijkheid bezig bent. Als we het oneens zijn, komt dat dáárdoor – niet door de mens. Ik geloof dat de meeste mensen deugen en dat die allemaal de goede kant op willen. Maar ontwikkelingen moeten wel aansluiten bij onze achterban, die elke dag bezig is met de productie van ons voedsel en ‘groen’, ook in de toekomst.”