De Basisregistratie Ondergrond (BRO) werkt in opdracht van het ministerie van LNV aan een landsdekkend grondwaterspiegeldieptemodel dat vanaf 2022 beschikbaar komt, voor onder meer toepassingen bij ruimtelijke planvorming, schadeberekeningen en natuurherstel- en ontwikkeling. Ook zal het worden gebruikt bij aanwijzing van beschermingszones in het kader van de Europese Habitatrichtlijn, onderbouwing van derogatieaanvragen voor de Europese Nitraatrichtlijn. De actualisatie van het grondwaterspiegeldieptemodel voor een deel van Friesland is recent afgerond en gepubliceerd in het rapport ‘Kartering grondwaterspiegeldiepte in laag Friesland’.
Via de Basisregistratie Ondergrond (BRO) zijn de geomorfologische kaart en de bodemkaart voor iedereen beschikbaar. Daar komt binnenkort, in de laatste fase van de realisatie van de BRO, ook het grondwaterspiegeldieptemodel bij. De belangrijkste informatie in dit laatste model zijn de gemiddeld hoogste en gemiddeld laagste grondwaterstanden (GHG en GLG). De gemiddeld hoogste grondwaterstand geeft een indicatie van de grondwaterstand in de winter. De gemiddeld laagste grondwaterstand geeft een indicatie van de grondwaterstand in de zomer. Deze informatie is vervolgens gebruikt voor een classificatie in grondwatertrappen (Gt’s).
Actualisatie grondwaterspiegeldieptemodel
In 2004 is van Hoog-Nederland een grondwaterdieptekaart samengesteld, gebaseerd op opnames gemaakt tussen 1999 en 2004. Om de informatie voor Nederland landsdekkend uniform te krijgen moet ook voor Laag-Nederland een grondwaterdieptekaart worden gemaakt. Het eerste grondwaterspiegeldieptemodel werd gerealiseerd in Flevoland. In 2019 en 2020 werd het veldwerk uitgevoerd voor het grondwaterspiegeldieptemodel van het holocene deel van de provincie Friesland. De resultaten daarvan zijn beschikbaar in het recent gepubliceerde rapport ‘Kartering grondwaterspiegeldiepte in laag Friesland’.
Toepassing grondwaterspiegeldieptemodel
Het grondwaterspiegeldieptemodel kan worden toegepast bij onder andere ruimtelijke planvorming, schadeberekeningen, natuurherstel en -ontwikkeling, aanwijzing van beschermingszones in het kader van de Europese Habitatrichtlijn, onderbouwing van derogatieaanvragen voor de Europese Nitraatrichtlijn en bij de beoordeling van werking en risico’s van gewasbeschermingsmiddelen.