De Nederlandse overheid werkt sinds 1990 aan een netwerk van natuurgebieden. Hiermee wil zij de natuur en biodiversiteit behouden, herstellen en ontwikkelen, maar er schuilt ook een internationale verplichting achter. Hoe groot is dit Nederlandse natuurnetwerk inmiddels en wat zijn de doelstellingen voor de komende jaren? Marlies Sanders heeft hier onderzoek naar gedaan en geeft antwoord op deze vragen.
Hoeveel natuur hebben we in Nederland eigenlijk?
Deze vraag is volgens Sanders lastig te beantwoorden. “Het is helemaal afhankelijk van wat jij als natuur ziet. Mensen zien en ervaren natuur heel verschillend. Voor sommigen is de natuur een wildernis, waarbij alle natuurlijke processen ongestoord verlopen en de mens alleen op bezoek komt. Als je het zo ziet, dan hebben we geen natuur in Nederland. Er is in Nederland geen gebied dat ongerept, onbelemmerd of intact kan worden genoemd. Bij een brede interpretatie is natuur overal waar groen is. Een plantsoen in de stad of onkruid op een akker is dan ook natuur. Daartussenin zit half-natuurlijke natuur. Dat zijn bijvoorbeeld heide en blauwgraslanden die nog voor de intensivering van de landbouw in agrarisch gebruik waren. Deze natuur komt nu bijna alleen nog in natuurgebieden voor.”
Wanneer is natuur beschermd?
De hoeveelheid natuur is dus afhankelijk van de interpretatie en laat zich lastig meten. Marlies Sanders en haar collega’s hebben gekeken naar de hoeveelheid beschermd natuurgebied. “Dat definiëren we als een natuurgebied waar een zogenaamd beschermingsregime op zit.” De natuurgebieden in het Natuurnetwerk Nederland zijn planologisch beschermd en de Natura 2000-gebieden zijn wettelijk beschermd.
Sanders: “Het Natuurnetwerk Nederland (NNN) is de vroegere Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Het is een samenhangend netwerk van bestaande en nieuw te ontwikkelen grotere natuurgebieden. De NNN is bedoeld om de biodiversiteit in Nederland te behouden, te herstellen en te ontwikkelen. De provincies hebben het NNN op de kaart gezet en planologisch beschermd in hun ruimtelijke verordeningen. In deze verordeningen staat het beschermingsregime beschreven en de aanwezige landschaps- en natuurwaarden in een gebied die beschermd moeten worden. Planologisch beschermd betekent dat plannen en activiteiten, die leiden tot aantasting van deze waarden of van het oppervlak, niet mogen plaatsvinden, tenzij het niet anders kan. Als het niet anders kan dan moeten die waarden of het verloren gegane oppervlak worden gecompenseerd.
Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. Deze Europees beschermde gebieden liggen meestal ook in het NNN en zijn wettelijk beschermd. Het wettelijke beschermingsregime van de Natura 2000-gebieden is strenger. Het is verboden zonder vergunning van de provincie een project te realiseren dat afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten negatieve gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied. Zo mogen veehouderijbedrijven vlakbij een Natura 2000-gebied niet te veel ammoniak uitstoten.”
Waarom willen we weten hoeveel beschermd natuurgebied er is?
Er zijn verschillende (inter)nationale doelstellingen waar Nederland aan moet voldoen. Onderzoek is nodig om te weten of we deze doelstellingen gaan halen. Sanders: “Al sinds 1990 wordt er gewerkt aan de uitbreiding van het oppervlakte aan natuurgebieden binnen het NNN. In het Natuurpact tussen Rijk en provincies is afgesproken om 80.000 hectare nieuwe natuur in te richten in de periode van 2011 tot 2027.
Op mondiaal niveau hebben we ons gecommitteerd aan de Convention on Biological Diversity (CBD) van de Verenigde Naties. De CBD-doelstelling voor 2020 voor Nederland was 17 procent beschermd land en binnenwater en 10 procent beschermde kust- en mariene gebieden. De EU had voor 2020 nog geen zogeheten areaaldoelstelling, maar wel voor 2030. Dan moet 30 procent van het totale EU-oppervlak beschermd gebied zijn. Binnen Europa zijn de biodiversiteitsdoelen van de CBD verder uitgewerkt in de EU-Biodiversiteitsstrategie. Het Europese Natura 2000-netwerk valt binnen deze strategie; gebieden die wettelijk worden beschermd op grond van de Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992).”
In het onderzoek van Sanders is dus gekeken naar het oppervlak van de beschermde natuurgebieden. “Natuur die wordt beheerd of beschermd in ‘natuurgebieden’ is te kwantificeren, omdat de provincies ze op een kaart hebben gezet. Dit zijn gebieden met half-natuurlijke natuur, zoals heide en blauwgrasland, maar ook de min of meer natuurlijke natuur, zoals kwelders en onbeheerde bossen. Hier wordt subsidie verleend voor natuurbeheer en geldt een beschermingsregime, omdat ze in het NNN of in een Natura 2000-gebied liggen.”
Liggen we op koers? Gaan we de doelen halen?
Sanders: “De internationale (CBD-)doelstelling voor het areaal beschermde gebieden in 2020 hebben we ruimschoots gehaald. Het aandeel beschermd natuurgebied in Nederland is circa 26 procent van het oppervlakte aan land en binnenwateren (inclusief IJsselmeer). Daarbij moet ik opmerken dat de uitbreiding van nieuwe natuur binnen het NNN pas in 2027 volledig gerealiseerd moet zijn. Het aandeel wettelijk beschermde Natura 2000-gebieden is 15 procent van het oppervlakte aan land en binnenwateren en 24 procent in kust en marien (inclusief Waddenzee). Dit is ruim meer dan deze internationale doelstelling van 17 procent land en binnenwater en 10 procent kust en mariene gebieden voor 2020.”
Om de doelstelling van de EU voor 2030 te halen (30 procent), moet de overheid nog ruim 150 duizend hectare extra beschermd gebied aanwijzen. Dat is een oppervlak zo groot als de provincie Utrecht. En dat is in verhouding natuurlijk veel voor Nederland, zegt Sanders. “Daarom zijn er op dit moment nog onderhandelingen gaande over de verdeling van dit percentage tussen de lidstaten. Mogelijk kunnen wij straks met iets minder toe en moet Duitsland bijvoorbeeld een wat hoger percentage hebben.
Wat betreft onze nationale doelstellingen lagen we in de beginjaren zeker op koers, maar is het tempo er de laatste vier jaar om een aantal redenen uit gegaan. Zozeer dat het zonder extra inzet niet waarschijnlijk is dat we onze eigen doelstelling halen. De ontwikkeling van natuurgebied zal namelijk grotendeels door grondverwerving moeten plaatsvinden. Dat is een proces waar heel wat bij komt kijken. Het goede nieuws is dat het nu wel weer een extra impuls heeft gekregen door de stikstofuitspraak van de Raad van State en dat er veel geld is vrijgemaakt voor natuurherstel. We zijn dus zeer benieuwd wat er de komende tijd allemaal gaat gebeuren.”