Voorlopig beeld uit project Zeewier in een gezonde melkveehouderij
Kan zeewier de uitstoot van methaan verminderen als het als voedingssupplement aan melkkoeien wordt gegeven? Dit is de vraag waar een groep partners uit bedrijfsleven,
wetenschap en maatschappij zich sinds 2018 samen over heeft gebogen. De desbetreffende organisaties–
BlueO2, LTO Noord, Wageningen Livestock Research, CONO kaasmakers, Hortimare, De Heus Voeders en Greenport Noord – Holland Noord – verwachten met dit
onderzoek een concrete bijdrage te kunnen leveren aan zowel de Nederlandse klimaatdoelen als ook een toekomst bestendige agrarische sector.
Het project rondom zeewier als veevoer is in fases uitgevoerd, met als eerste fase een literatuur
onderzoek naar geschikte zeewier soorten.
Wageningen Livestock Research onderzocht de
chemische samenstelling van elf zeewieren en testen deze op hun capaciteit om de methaanvorming in runderen te verlagen.
Deze resultaten waren voldoende positief om over te gaan tot een experiment met het voeren van koeien. Het praktijkexperiment is uitgevoerd op de Dairy Campus in Leeuwarden. Gedurende tien weken zijn
Deze resultaten waren voldoende positief om over te gaan tot een experiment met het voeren van koeien. Het praktijkexperiment is uitgevoerd op de Dairy Campus in Leeuwarden. Gedurende tien weken zijn
drie soorten zeewieren gebruikt namelijk:
(1) Chondrus crispus,
(2) Saccharina latissima en
(3) 50/50 Fucus serratus + Saccharina latissima
(3) 50/50 Fucus serratus + Saccharina latissima
.
Het zeewier werd in kleine doseringen aan het voer
toegevoegd. Per zeewiersoort is vervolgens de methaanproductie gemeten. Naast de methaanproductie werden onder andere ook de hoeveelheid inname van het voer, de diergezondheid en de melkproductie gemonitord.
Bij het laboratorium onderzoek bleek een significante afname van methaan bij een aantal zeewiersoorten (5 –
10%).
Dit resultaat kon echter niet gereproduceerd worden in het praktijk onderzoek. Daarin is geen reductie van methaanuitstoot naar voren gekomen, maar mogelijk is er wel sprake van toename van melkproductie.
Uit het onderzoek is naar voor gekomen dat de voeropname van de zeewier behandelingen gelijk was
aan de voeropname van de controle groep zonder zeewier. Daarnaast is gebleken dat één zeewier
behandeling leidde tot een significant hogere melkproductie (in aantal kilogrammen). Dit hangt sterk
samen met een significant hogere lactose gehalte (in gram per dag) in deze melk. De vet en eiwit gehalten van de melk bij alle zeewierbehandelingen zijn onveranderd gebleven en waren gelijk aan de controle. Geen van de zeewier behandelingen had een effect op de enterische methaan uitstoot uit de pens via de bek en de neus van de koe. Een mogelijke verklaring hierbij is dat de dosering te laag kan zijn geweest om een merkbaar effect te
meten.
Exacte cijfers en resultaten uit het onderzoek volgen in een wetenschappelijke publicatie, die medio
2021 beschikbaar is. Bekijk nu de film over het project via
Vervolgonderzoek naar methaanreductie in zeewier richt zich op doseringen en verwerkingsmethoden, dit
wordt verder opgepakt door een deel van de partners (LTO Noord, BlueO2, Wageningen Livestock
Research, Hortimare en De Heus Voeders).
Achtergrond project Zeewier in een gezonde melkveehouderij
Het project Zeewier in een gezonde melkveehouderij
onderzoekt de praktische toepassing van zeewier in de melkveehouderij. Samen met een breed consortium van bedrijven worden (mogelijke) knelpunten binnen dit thema onderzocht, van zeewierteelt tot voeropname. Het project draagt bij aande toekomstbestendigheid van twee agro-sectoren: de melkveehouderij en de zeewiersector. De één is nauw verbonden met Nederlandse tradities, de ander heeft de potentie om de Nederlandse sector
van de toekomst te worden. Het verbinden van deze sectoren heeft veel potentieel om positieve
synergie te creëren voor economie, klimaat en landbouw.
Dit project is mogelijk gemaakt door de provincie Noord
–Holland en ELFPO; “Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland”. Mede gefinancierd door Melkveefonds, Topsector Agri & Food en het ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit in samenwerking met alle partners.