Tijdens een commissiedebat in de Tweede Kamer op 11 mei jl. over de gevolgen van de oorlog in de Oekraïne voor het Nederlandse bedrijfsleven, vroeg Wybren van Hage (Groep Van Haga) wat de status is van de aangenomen motie over het herinvoeren van de rode diesel.
Minister Liesje Schreinemacher van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking reageerde daarop. “Er is geen status voor het invoeren van rode diesel en we gaan dat ook niet doen, want iedereen kan gebruik maken van de accijnsverlaging. Er is eigenlijk geen aparte regeling voor boeren”.
Hiermee blijkt dat het kabinet niet van plan is om verder onderzoek te doen naar de terugkeer van rode diesel. Het kabinet meent dat de agrarische sector ook al gecompenseerd wordt door de accijnsverlaging van 11,1 cent per liter diesel die op 1 april jl. is ingegaan.
Verschil rode diesel en witte diesel
Voor de afschaffing van de rode diesel op 1 januari 2013 was het accijnsverschil tussen rode en witte diesel 17,2 cent per liter. Indien de rode diesel niet zou zijn afgeschaft, zou in 2022 het fictieve accijnsverschil 21,1 cent per liter zijn, zonder de accijnsverlaging van 11,1 cent per liter diesel op 1 april 2022. Door de accijnsverlaging op witte diesel zou het fictieve verschil tussen rood en wit diesel per 1 april jl. 10 cent per liter hebben bedragen.
Buitenland
Duitsland en België kennen nog wel laag belaste dieselolie voor agrarisch gebruik. In Duitsland tankt de agrarische sector weliswaar witte dieselolie, maar kunnen een deel van de accijns terugvragen. De zogenaamde Agrardieselvergütung bedraagt 21,48 cent per liter diesel.
België kent nog wel rode variant. De accijns hierop bedraagt slechts 2,3 cent per liter en het accijnsverschil tussen rode en witte diesel in België bedraagt momenteel 43,3 cent per liter. Voor de accijnsverlaging op diesel op 19 maart jl. met 14,5 cent per liter was het accijnsverschil maar liefst 57,7 cent per liter diesel.