Gecertificeerde verwerking plantenresten invasieve exoten

In de ‘Week van de invasieve exoten’ is er extra aandacht om het publiek bewust te maken en te informeren over de risico’s en gevolgen van invasieve exoten. Een belangrijk aspect is het veilig verwerken van plantenresten van deze soorten. Dit kan bij ‘Erkende Verwerkers van Invasieve Exoten’ die met gecontroleerde compostering zorgen voor het onschadelijk maken van het materiaal waardoor verdere verspreiding wordt voorkomen. Het certificatieschema voor deze verwerkers vereist naleving van strikte procescondities en strenge kwaliteitsborgingssystemen.

De eisen in het certificatieschema ‘Erkende verwerker invasieve exoten’ zijn door de BVOR afgestemd met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en experts van Wageningen Universiteit. Een onafhankelijke certificeringsinstelling voert de audits uit bij de composteerbedrijven.

Invasieve exoten kunnen zich zo snel verspreiden omdat ze in grote hoeveelheden zaden aanmaken die lang kiemkrachtig blijven. Zelfs wanneer ze zijn gemaaid, blijven de zaden vaak actief waardoor deze kunnen uitgroeien tot nieuwe planten. Bij Japanse duizendknoop zijn het niet de zaden, maar juist de wortels die hardnekkig ondergronds verder groeien. Daarnaast ontwikkelen afgemaaide stengels zich weer tot volwaardige planten. Een ander groot verspreidingsrisico is het onderwerken van maaisels en het afvoeren van grond waar nog wortelresten in zitten. Op deze manier kunnen invasieve exoten zich relatief gemakkelijk elders vestigen.

Particulieren kunnen restanten van invasieve exoten in de gft-bak doen, mits zeker is dat het verwerkende bedrijf in het bezit is van het certificaat. De voorwaarden en de bedrijven die dit certificaat hebben, zijn te vinden op www.bvor.nl/invasieve-exoten.