Nederland exporteerde in 2022 ter waarde van € 122,3 miljard aan landbouwgoederen, 17,2% meer dan 2021. Dit is volledig het gevolg van prijsstijgingen, onder meer als gevolg van de oorlog in Oekraïne en de gestegen energiekosten. Het exportvolume kromp namelijk met 0,5%. Nederland importeerde landbouwgoederen ter waarde van € 88,2 miljard, 23,5% meer dan 2021 – die stijging is eveneens het gevolg van prijsstijgingen. Dat blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van Wageningen Economic Research (WEcR) en CBS in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Minister Piet Adema: “Deze cijfers laten wederom zien dat de Nederlandse landbouw een wereldspeler is. Daar ben ik trots op. Natuurlijk verschijnen deze cijfers in de context van een uitdagende transitie naar een duurzamere landbouw. Die transitie heeft gevolgen voor de aard van onze sector en dus ook de aard van onze internationale handel.
De transitie helpt ons echter ook om onze internationale positie te behouden: met duurzamere producten winnen we economisch terrein in een veranderende wereldmarkt, met een veranderende vraag van consumenten, en dat in een betere verhouding tot natuur en klimaat. Mijn uitgangspunt is dan ook dat we een wereldwijde koploper blijven – bijvoorbeeld als het aankomt op duurzaamheid, kennis, innovatie en ons geroemde ondernemerschap.”
Internationale schokken
Deze editie van het rapport laat wederom zien dat de Nederlandse land- en tuinbouw sterk verweven is met Europese en internationale markten, waardoor de effecten van bijvoorbeeld de oorlog in Oekraïne grote gevolgen heeft voor de handel in Nederlandse landbouwgoederen.
De oorlog leidt onder meer tot hogere prijzen voor de Nederlandse landbouw. Die stijging in prijzen is de directe oorzaak van de stijging in de financiële waarde van zowel export en import. Met andere woorden: omdat boeren hogere kosten hadden, vroegen ze op de wereldmarkt ook hogere prijzen voor hun producten. Er zijn dus niet meer producten geëxporteerd.
Europa blijft belangrijkste markt
De belangrijkste markt voor zowel de export als de import van landbouwgoederen voor Nederland blijft Europa. In totaal gaat 69,7% van onze export naar de Europese Unie (EU). In het bijzonder de nabij gelegen markten van Duitsland (24% van export en 18% van de import), België (12% van de export en 13% van de import) en Frankrijk (8% van de export en 7% van de import).
De € 122,3 miljard aan export bestaat uit goederen van Nederlandse makelij (€ 79,8 miljard) en wederuitvoer (€ 42,5 miljard). De productgroepen met de hoogste exportwaarde in 2022 zijn zuivel en eieren (€ 11,9 miljard), sierteeltproducten (€ 11,5 miljard), vlees (€ 11 miljard), dranken (€ 8,1 miljard) en natuurlijke olie en vetten € (8,1 miljard).
Ook de export in landbouwgerelateerde goederen, zoals landbouwmachines, machines voor de voedingsmiddelenindustrie, kasmaterialen, kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen, steeg in 2022, naar € 13,4 miljard (23% groei t.o.v. 2021).
Het rapport benadrukt wederom dat de Nederlandse agrofood-sector innovatief ondernemerschap, expertise en een unieke logistieke positie bezit.