Het Europees Parlement stemde op 13 september 2021 in met het voorstel om de Europese kwekersrechtbescherming voor bloembollen, asperges en houtige gewassen met vijf jaar te verlengen naar een periode van dertig jaar. Deze extra beschermingsduur is nodig om investeringen te kunnen blijven doen voor het ontwikkelen van betere en duurzamere rassen.
Branchevereniging Plantum is namens de betrokken veredelaars erg blij met dit besluit. “Dit zorgt ervoor dat ook bij deze kleinere gewassen voldoende stimulans blijft bestaan voor rasvernieuwing”.
In Europa kunnen veredelaars die een nieuw plantenras ontwikkelen hier voor een periode van 25 jaar kwekersrecht voor krijgen. Tijdens deze periode is toestemming nodig van de kwekersrechthouder voor het mogen produceren en verkopen van plantmateriaal van dit ras. Voor sommige gewassen is 25 jaar echter te kort om de investeringen in de rasontwikkeling terug te verdienen. Daarom kent het kwekersrecht de mogelijkheid van 5 jaar extra bescherming. Voor bomen, wijnstokken en aardappelen geldt om die reden al langer een beschermingsperiode van dertig jaar.
In 2007 werd in Nederland besloten om die periode ook voor bloembollen toe te kennen. Door het besluit van het Europees Parlement wordt deze langere periode voor bloembollen in heel Europa toegekend en daarnaast ook aan asperge en houtige fruit- en siergewassen zoals bramen, frambozen, azalea en hortensia. De tijd die nodig is om deze rassen te vermenigvuldigen, voldoende volume te creëren en om vervolgens een commerciële marktpositie op te bouwen gaat bij deze gewassen veel trager, waardoor de effectieve tijd om inkomsten te genereren sinds het moment van de kwekersrechtverlening beperkter is. De veredelingssector staat voor grote uitdagingen om rassen robuuster en duurzamer te maken. Zowel de telers als de maatschappij vragen om rassen met ziekteresistenties zodat er minder bestrijdingsmiddelen nodig zijn en rassen die bestand zijn tegen klimaatveranderingen zoals droogte, hitte en koude. Het veredelen van een nieuw ras duurt jaren. Ook zijn er grote investeringen nodig om gebruik te maken van de laatste technologische ontwikkelingen zoals de toepassing van moleculaire kennis van planteigenschappen om het veredelen te verbeteren en versnellen. Daarom is het belangrijk dat er in alle gewassen een realistische terugverdientermijn tegenover staat.
De Europese Raad en de Landbouwcommissie van het Europees Parlement waren al akkoord met het voorstel, in de plenaire stemming op 13 september jl. is dit nu ook door de meerderheid van het Europese Parlement bevestigd. De Nederlandse overheid en met name Europarlementariërs Bert-Jan Ruissen (SGP), Annie Schrijer-Pierik (CDA) en Jan Huitema (VVD) hebben zich de afgelopen jaren ingespannen voor deze aanpassing ter versterking van het kwekersrecht als stimulans voor verdere innovatie in de land- en tuinbouw. Bron: Plantum
Nederlands of nationaal kwekersrecht
De situatie in Europa is niet één op één vergelijkbaar met de Nederlandse situatie. De regeling voor Nederlands kwekersrecht is iets ruimer dan de EU wetgeving. Ook Nederlands kwekersrecht geldt in principe voor 25 jaar. Echter, voor de volgende gewassen bedraagt de duur van het kwekersrecht 30 jaar:
- De rassen van het gewas aardappel, aardbei, acacia, anthurium, appel, es, esdoorn, iep, kers, kornoelje, krent, lijsterbes, linde, magnolia, peer, populier, pruim en wilg.
- De rassen van bolgewassen als bedoeld in bijlage II van de Landbouwkwaliteitsregeling 2007, net als freesia en nerine (en dit is inclusief knollen, wortelstokken).
NB: de duur van Nederlands kwekersrecht voor asperge is 25 jaar en dit blijft zo. Zie ook: Nationaal kwekersrecht – Raad voor plantenrassen.