De provincie wil € 20 miljoen extra beschikbaar stellen voor de aankoop van agrarische bedrijven van boeren die willen stoppen. Daardoor vermindert een deel van de stikstofuitstoot op beschermde natuur, ontstaat er mogelijk ruimte voor PAS-melders én kunnen boeren die willen blijven, doorgaan. Provinciale Staten nemen hier op 6 maart een besluit over.
De afgelopen maanden benaderden bijna 30 Noord-Hollandse agrariërs de provincie met de vraag om opgekocht te worden. Een aantal van deze ondernemers wil bijvoorbeeld met pensioen en heeft geen opvolger. De bedrijven voldoen niet aan de huidige opkoopregelingen van het Rijk omdat ze bijvoorbeeld te weinig stikstof uitstoten of te ver liggen van beschermd Natura 2000-gebied.
Gedeputeerde Rosan Kocken (Financiën): “Als provincie hadden we zelf geen financiële middelen beschikbaar voor dergelijke aankopen. We weten dat er een nieuwe opkoopregeling van het Rijk aankomt, maar door Provinciale Staten te vragen om meer financiële middelen beschikbaar te stellen voor strategische grondaankopen kan de provincie nu alvast agrariërs helpen.”
Stikstofvergunning
De stikstofvergunningen van deze bedrijven kan de provincie vervolgens voor meerdere doelen inzetten. Ten eerste voor het verbeteren van de natuur. In de wet is vastgelegd dat van elke vergunning maximaal 70% mag worden gebruikt voor nieuwe activiteiten.
Ten tweede kijkt de provincie of in de buurt van opgekochte bedrijven zogeheten PAS-melders zitten. Dit zijn bedrijven die buiten hun schuld om illegaal zijn doordat zij voor 2019 geen natuurvergunning nodig hadden. En ten derde kunnen de opgekochte gronden gebruikt worden voor agrariërs die dichtbij beschermde natuur hun bedrijf hebben. Groeien of verduurzamen zit er voor hen vaak niet in, omdat de natuur al overbelast is door stikstof. Door te verplaatsen zouden ze verder kunnen met een toekomstbestendig bedrijf.
Gedeputeerde Esther Rommel (Natuur en Stikstof): “Een aantal van de agrariërs die zich hebben aangemeld zijn inmiddels al gekocht door andere partijen. We hopen dat we – door het beschikbaar stellen van dit geld – nu op tijd kunnen zijn zodat we strategische grondaankopen kunnen doen. Daardoor kunnen we de natuur versterken en boerenbedrijven natuurinclusief maken.”