Het Overijsselse ontwerp PPLG (Provinciaal Programma Landelijk gebied) ‘Toekomst voor ons platteland’ draait niet alleen om het versterken van de natuur, maar nadrukkelijk ook om het bieden van sociaal-economisch perspectief voor het platteland om daarmee de leefbaarheid van het landelijk gebied te versterken. Tegelijk is het zaak duurzame verdienmogelijkheden te bieden aan de agrarische sector en ruimte en juridische zekerheid ten aanzien van vergunningen te garanderen.
Begin januari maakte Overijssel duidelijk: haar drie hoofddoelen, te weten het versterken van de natuur, het versterken van het sociaal-economische perspectief voor het platteland en het bieden van duurzame verdienmodellen voor de agrarische sector, zijn in het PPLG onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zoals landbouw en natuur ook onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, staat of valt draagvlak voor de uitvoering van het PPLG met het sociale en economische perspectief van haar inwoners en ondernemers. Verandering binnen de agrarische sector is bovendien alleen mogelijk als duidelijk is waarmee de generatie van de toekomst haar boterham kan verdienen. Het ontwerp PPLG is tot stand gekomen op basis van vele gesprekken met onze partners in de gebieden en gevoed door vele initiatieven. Met gepaste trots leggen we bij het Kabinet neer hoe we in Overijssel voortvarend aan de slag gaan met de toekomst van het Overijsselse platteland.
Stel de doelen centraal
De onlosmakelijkheid van deze doelen loopt als een rode draad door het ontwerp PPLG. Overijssel is ervan overtuigd dat de uitvoering van de plannen alleen zal slagen wanneer iedereen zich bewust is van de noodzaak om voor alle doelen goede oplossingen te bieden en deze juist vanuit de gebieden en betrokkenen zelf te laten komen. Juist daarom dringt Overijssel aan om maatwerk mogelijk te maken. Dat betekent dat financiering niet afhankelijk moet zijn van dichtgetimmerde regelingen en middelen, maar dat het doel centraal moet staan en er ruimte ontstaat om het vakmanschap en ondernemerschap te benutten, constructieve samenwerkingen te sluiten en maatwerkoplossingen toe te passen. Daarom vraagt Overijssel met klem aan het Rijk: geef de gebiedsprocessen ruimte, middelen en vertrouwen.
Onontkoombare aanpak nodig voor rechtszekerheid vergunningen
En de tijd dringt. Niet alleen voor de staat van de natuur, maar ook voor agrarisch ondernemers die snakken naar duidelijkheid en perspectief. Voor PAS-melders, die van de overheid mogen verwachten dat zij haar belofte om uiterlijk in februari 2025 legalisatie gerealiseerd te hebben, nakomt. Maar ook voor de rechtszekerheid van bestaande vergunningen en om ruimte te geven om in de nabije toekomst weer nieuwe vergunningen te kunnen verstrekken voor bedrijven die graag willen ontwikkelen en innoveren, voor woningbouw en het verbeteren van onze infrastructuur. Het is noodzakelijk om te benoemen dat het opnemen van een onontkoombare aanpak in het PPLG de rechtszekerheid van bestaande vergunningen, bijvoorbeeld bij intrekkingsverzoeken, bekrachtigt en de ruimte biedt om nieuwe vergunningverlening mogelijk te maken.
Voorgelegd aan nieuwe Staten
Overijssel heeft het ontwerp PPLG ingediend bij het Rijk. Zes Overijsselse concept gebiedsprogramma’s vormen de solide basis voor een zelfbewuste en gebiedsgerichte Overijsselse aanpak. Het indienen van het ontwerp PPLG voor 1 juli 2023 door elke provincie is wettelijk vastgelegd. Begin januari publiceerde Overijssel al haar eerste conceptversie van het PPLG. Sindsdien is het document verrijkt met nadere inbreng vanuit gebieden, partners en betrokkenen. In juni is het ontwerp PPLG voorgelegd aan de nieuw gekozen Statenleden. De daarbij aangenomen moties zijn verwerkt in het ontwerp PPLG.
Herhaalde oproep aan het Rijk
Het ontwerp PPLG Overijssel bevat denklijnen over hoe we in onze provincie de toekomst voor ons platteland willen vormgeven. Hierbij bouwen we voort op bestaande trajecten, zoals de Ontwikkelopgave Natura2000, de gebieds gerichte aanpak stikstof, de (Kaderrichtlijn Water) KRW-trajecten van waterschappen en de Veenweide aanpak. Dit ontwerp PPLG Overijssel zal het startpunt zijn van een uitvoerig samenwerkingstraject waarbij de achterliggende gebiedsprogramma’s verder worden uitgewerkt en aangepast. Hierbij wordt de aanpak zorgvuldig afgestemd op de kenmerken van elk gebied, met aandacht voor natuur, landschap, ondernemerschap, cultuurhistorie en sociale en ruimtelijke kwaliteit. Het PPLG Overijssel en de zes gebiedsprogramma’s betreffen dus ‘work in progress’ en zijn nog grotendeels op hoofdlijnen. Het is ook nog niet mogelijk om op alle onderdelen concrete invulling te geven. Daarbij herhaalt de provincie haar dringende verzoek aan het Rijk – eerder benoemd in een brief aan het ministerie van LNV – om duidelijkheid over noodzakelijke randvoorwaarden waarmee het perspectief voor de landbouw kan worden ingevuld, zoals zaken als grondgebondenheid, vergoedingen ecosysteemdiensten en inzet van marktpartijen. Maar ook stappen die noodzakelijk zijn voor het draagvlak in de gebieden om samen aan de slag te willen gaan, zoals het inlossen van de belofte om PAS-melders te legaliseren en om het behouden en waar mogelijk versterken van de sociale en economische kracht van het platteland.
Eerste aanvraag van 463 miljoen
Overijssel heeft samen met het ontwerp PPLG Overijssel ook een aanvraag ingediend bij het Rijk voor de eerste maatregelpakketten in het kader van het Transitiefonds landelijk gebied en natuur. We streven ernaar om snel met initiatiefnemers in de gebieden aan de slag te gaan. Daarvoor hebben we een eerste aanvraag gedaan van ruim 436 miljoen euro. Hiermee kunnen we in 2024 een start maken met de gebiedsprocessen. Vanaf 2024 kan drie keer per jaar een aanvraag worden gedaan.
Blijven praten, ook als het moeilijk is
De Provincie Overijssel kijkt terug op een intensief proces bij het opstellen van het ontwerp PPLG gedurende de afgelopen maanden. Daarbij is een groot beroep gedaan op de tijd en het begrip van onze medeoverheden en andere betrokken gebiedspartners zoals terreinbeherende organisaties, natuur- en agrarische organisaties en andere maatschappelijke belangengroepen. We hebben ervaren dat ‘samen de schouders eronder’ een Overijsselse grondhouding blijft, net als ‘We praten met elkaar, ook als het moeilijk is’. De provincie spreekt haar grote dank uit voor de tijd, energie en inbreng die er door vele betrokkenen in is gestoken om te komen tot het ontwerp PPLG en benadrukt dat deze nauwe samenwerking ook bij de concretisering en uitvoering van plannen essentieel blijft.
Samen met onze medeoverheden en andere gebiedspartners blijft de provincie zich onverminderd inzetten voor de verdere uitwerking van het PPLG Overijssel, de zes gebiedsprogramma’s en de uitvoering van tientallen gebiedsprocessen. Het Rijk heeft toegezegd dat er later dit jaar meer details bekendgemaakt worden over regelingen die kunnen worden ingezet in deze gebiedsprocessen. Om de doelen uit het PPLG Overijssel te kunnen realiseren, vragen wij het Rijk om in de periode 2024-2035 ruim 5 miljard te investeren in Overijssel. Het streven is om vóór de zomer van 2024 het definitieve PPLG Overijssel vast te stellen.
Gert Harm ten Bolscher, gedeputeerde Landbouw en Natuur: “Er is al veel gezegd en geschreven over de noodzaak om de natuur te herstellen en tegelijk duurzaam toekomstperspectief te bieden aan de agrarische sector en de leefbaarheid van ons waardevolle landelijk gebied te behouden. Met ons ontwerp PPLG vertrouwen we erop een goed fundament te hebben waarmee de inwoners, ondernemers en andere betrokkenen in de gebieden zelf aan de slag kunnen om vorm te geven aan de uitdaging die voor ons ligt. Dat zal zeker niet altijd gemakkelijk zijn, want verandering is lastig en vraagt om begrip voor elkaars positie en belangen. Maar door te blijven luisteren naar elkaar, samen te werken en ruimte te bieden voor de goede ideeën, kennis en oplossingen die juist aanwezig zijn bij de betrokkenen in de gebieden, hebben we er vertrouwen in dat we dit in Overijssel op een goede manier kunnen realiseren. Maar daarvoor hebben we wel ruimte nodig van het Rijk om met de gebieden te zoeken naar de beste oplossingen in plaats van in een strak van bovenaf gedefinieerd kader te zitten dat vanuit Den Haag gedicteerd wordt .”