Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant willen melkrundveehouders en kalverhouders anderhalf jaar extra geven om hun stallen te verduurzamen. Dit voornemen stond al aangekondigd in het bestuursakkoord ‘Samen maken we Brabant!’ GS zullen hiervoor een voorstel voor aanpassing van de (Interim) Omgevingsverordening aan Provinciale Staten voorleggen.
De provincie stimuleert een duurzame en innovatieve veehouderij in Brabant. Via ruimtelijke en natuurregels vereist de provincie dat veehouders verouderde stallen verduurzamen. Dit is belangrijk voor het perspectief van de sector en draagt bij aan het verminderen van de stikstofdepositie in kwetsbare natuurgebieden. Duurzame vernieuwing van stalsystemen is één van de onderdelen in het bestuursakkoord om de veehouderij in Brabant toekomstbestendig te maken, in betere balans met natuur en milieu. De provincie zet ook in op voer- en managementmaatregelen, het bewerken van mest via mono-vergisting, natuurinclusieve (extensieve) en biologische bedrijfsvoering en bedrijfsvoering met minder dieren. De provincie ondersteunt veehouders bij het maken van hun keuzes: innoveren, extensiveren, stoppen of verbreden.
Gedeputeerde Staten zijn voornemens om melkrundveehouders en kalverhouders anderhalf jaar extra te geven om hun stallen te verduurzamen. Vanwege rechterlijke uitspraken bestaat er veel onduidelijkheid over de toepassing van stikstofreducerende maatregelen voor deze veehouders. Deze veehouders moeten uiterlijk 1 januari 2026 hun stallen verduurzaamd hebben. De provincie bereidt voor deze groepen ook een wijziging voor dat voor tijdig aangevraagde vergunningen de reductie-eisen blijven gelden van het moment van aanvraag. Dat betekent dat deze groepen dus niet voor 1 oktober a.s. een vergunningaanvraag hoeven te doen. De wijziging van de verordening die nodig is om voorgaande te verwerken, wordt zo spoedig als mogelijk in procedure gebracht.
De overige veehouders in Brabant moeten hun stallen die meer dan 15 jaar oud zijn, verduurzamen voor 1 juli 2024. Ook voor deze groep is er een coulantieregeling voor tijdig ingediende aanvragen. Voor vergunningen die voor 1 oktober 2023 ingediend worden (en die voldoen aan alle indieningsvereisten), blijven de reductie-eisen uit de verordening gelden, die golden op het moment van indienen. Normaliter moeten de kaders worden toegepast die gelden op het moment van besluitvorming, wat voor de ondernemer een risico met zich meebrengt dat er strengere reductie-eisen zijn gaan gelden.