Nederland is een land dat niet stil zit en nog steeds bijleert over dijkversterking. In Zeeland heeft een praktijkproef bij de Hedwigepolder bewezen dat dijken aan de kust veel sterker zijn dan eerder gedacht.
Dat is goed nieuws. Dankzij dit project wordt minimaal 160 miljoen euro bespaard binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma, hebben omwonenden minder overlast van eventuele werkzaamheden en wordt het milieu minder belast. Bij de proef werkten Fugro samen met het Waterschap Hollandse Delta, Deltares in opdracht van het Hoogwaterbeschermingsprogramma.
Het onderzoek bewijst dat dijken op getijdenzand veel beter bestand zijn tegen ‘piping’ dan dijken op rivierzand. Het gaat hier om dijken in het kustgebied. Piping, het vormen van ongewenste kanaaltjes onder een dijk, komt regelmatig voor in Nederland. Hierbij stroomt er, door het verschil in waterstand aan de buiten- en binnenkant aan de dijk, water met zanddeeltjes onder de dijk door.
Als het gaat om kleine hoeveelheden is dat geen probleem. Maar een grotere waterstroom die zand meevoert, kan een dijk ernstig verzwakken of zelfs doen instorten. Doordat getijdenzand veel minder doorlatend is dan rivierzand en veel meer kleideeltjes en kleilaagjes bevat, stroomt het water langzamer en komen zandkorrels minder snel in beweging dan bij rivierzand.
Waterschappen en het Rijk kunnen een aanzienlijk geldbedrag besparen bij dijken met een ondergrond van getijdenzand. Met dit type zand kan een waterschap volstaan met een kleinere dijk. Dit betekent dat er minder dure uitbreidingen, zoals een stalen damwand of een extra berm, nodig zijn. Het versterken van een kilometer dijk kost doorgaans tussen de 7 en 10 miljoen euro. In gebieden met een complexe grondstructuur kunnen de kosten zelfs nog hoger uitvallen.
Dijkenbouwers hebben hun kennis en inzichten over dijken de laatste jaren enorm verbeterd. Het vermoeden dat een ondergrond van getijdenzand sterker is, is nu daadwerkelijk bewezen. De opgedane kennis uit dit onderzoek kan worden ingezet voor de beoordeling en versterking van dijken door heel Nederland. Er ontstaat een nieuwe standaard, waardoor er uiteindelijk minder versterkingsprojecten nodig zijn. Er zijn plannen om vergelijkbare testen ook in rivierengebieden uit te voeren.