Voor de verdere verduurzaming van de regionale glastuinbouw is CO2 een belangrijke voorwaarde. De kosten voor externe CO2-levering nemen toe als onrendabele toppen voor de afvang niet worden afgedekt én als het gebruik van CO2 (CCU) moet concurreren met de opslag (CCS). Het toepassen van een salderingssysteem voor biogene en fossiele CO2 is hierbij een deel van de oplossing. Dat was de belangrijkste conclusie van de achtste Meet & Greet Energie van Greenport West-Holland. Tijdens de online bijeenkomst vanuit het World Horti Center werden ook twee convenanten ondertekend over de mogelijke aansluiting van Westland en Oostland op WarmtelinQ.
Greenport West-Holland is de regionale netwerkorganisatie van overheid, bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en kennisinstellingen. Samen werken zij aan een vitale en duurzame toekomst voor het regionale tuinbouwcluster. Jaarlijks organiseert de Greenport een Meet & Greet Energie. Dit jaar had deze bijeenkomst het thema ‘CO2 Centraal’. Verschillende sprekers gingen in op hoe de tuinbouw beschikking kan blijven houden over CO2. CO2 wordt steeds belangrijker: een gevolg van de verdere verduurzaming van de sector: steeds meer bedrijven maken gebruik van bijvoorbeeld geothermie en restwarmte.
Zo is de kans groot dat Westland en Oostland worden aangesloten op WarmtelinQ, een grote warmteleiding tussen Rotterdam en Den Haag. Tijdens de Meet & Greet Energie werden daarover twee convenanten ondertekend. In die convenanten spreken partijen af om aansluiting van Westland en Oostland op WarmtelinQ te onderzoeken en te realiseren.
Tuinbouw belangrijk voor provincie
De bijeenkomst werd geopend door Meindert Stolk, voorzitter van Greenport West-Holland en gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland. Hij vertelde dagvoorzitter Nico van Ruiten dat de tuinbouw een belangrijke sector is voor de provincie. “Dat belang is zowel economisch als maatschappelijk. De tuinbouw kan een enorme bijdrage leveren aan de energietransitie in de provincie.” Daarvoor heeft de tuinbouw wel ondersteuning nodig van de regionale overheden, aldus Stolk, bijvoorbeeld als het gaat om de ‘onrendabele top’ bij nieuwe energievormen.
Tijdens de Meet & Greet Energie vertelde enkele tuinbouwondernemers over hun bijdrage aan de energietransitie. Die verduurzaming brengt hogere kosten met zich mee, vertelde onder meer John Overgaag van paprikakwekerij Overgaag en Warmtecoöperatie Trias. “De grote vraag is: hoe beheersen we onze kosten en risico’s én kunnen we gezonde groenten blijven produceren? Daarover zijn we binnen de warmtecoöperatie continu met elkaar in gesprek, want verschillende energiebronnen hebben een verschillende kostenopbouw.”
Maar, zo vertelden Overgaag en Arjan van der Spek (van Enova en Warmtecoöperatie Centraal Oostland), de kosten zijn één aspect van verduurzaming; het gaat ook om de maatschappelijke opinie en de verbinding met de stad. Daarnaast is de beschikbaarheid van CO2 belangrijk, net als het borgen van de leveringszekerheid.
Seizoensopslag CO2
Tijdens de Meet & Greet Energie waren daarnaast presentaties van onder meer Afvalverwerking Rotterdam (AVR) en OCAP. Beide partijen zijn actief met het aanbieden van CO2 aan de tuinbouw. Hans Wassenaar vertelde hoe AVR enkele jaren geleden is gestart met het ‘wassen’ van CO2. “CO2 ging altijd de schoorsteen uit; dat vangen we nu al op bij onze installatie in Duiven en die plannen zijn er ook voor Rotterdam.”
Jacob Limbeek (OCAP) ging onder meer in op seizoensopslag: in de winter heeft de tuinbouw minder behoefte aan CO2, in de zomer juist veel. Door in de winter CO2op te slaan voor de zomer, blijft de CO2 binnen de klimaatafspraken beschikbaar voor de tuinbouw. Ook volgens Dennis Medema van Glastuinbouw Nederland is dat een goede stap. “Er dreigt een CO2-tekort. Zeker met de komst van WarmtelinQ is het cruciaal dat CO2 beschikbaar blijft. Daarom is het goed als de sector enerzijds zuiniger omgaat met CO2, en anderzijds er meer bronnen beschikbaar komen.”