Anderhalf jaar verder: Plan Landbouw Collectief blijkt enig werkbaar alternatief stikstofreductie

20 juli 2021 stuurt Carola Schouten, demissionair minister van LNV de brief ‘Uitwerking managementmaatregelen melkveehouderij ten behoeve van stikstofreductie’ naar de Tweede Kamer. In feite blijken de voorgestelde managementmaatregelen hetzelfde te zijn als hetgeen door het Landbouw Collectief (LC) in november 2019 al bij LNV is neergelegd: minder eiwit in het voer, meer weidegang en water bij de mest.

Even overheerst opluchting. Heel even maar. Daarna borrelt de woede op. Over de aanmatigende houding, die de afgevaardigden van het LC ontmoetten in Den Haag. Over de (inmiddels demissionair) Minister, die in de maanden dat het LC en de LC Werkgroep ‘voer’, overleg voerde op haar ministerie, nooit – nog geen minuut – haar gezicht liet zien bij de onderhandelende partijen!

Die onverschilligheid, terwijl daar keihard werd gewerkt aan een oplossing voor Nederland, voor wat toen nog ‘het lastigste politieke probleem’ werd genoemd dat Premier Rutte in zijn carrière was tegen gekomen. Uit de nu gepresenteerde brief blijkt dat ambtenaren en ministers onder Rutte III, Nederland anderhalf jaar onnodig in de stikstofwurggreep hebben gehouden. Omdat het Landbouw Collectief in november 2019 al de enige, praktisch uitvoerbare oplossing aandroeg.

Wat stond er ook alweer in het voorstel van het LC, dat voor iedereen hier te lezen is. Klik hier voor de technische maatregelen (minder eiwit in het voer, beweiden, bemesting met water toevoeging en het totaal effect op korte termijn).

In ons LC-voorstel mochten boeren kiezen uit deze drie maatregelen. Uitgaande van een derde, een derde, een derde kom je dan op ruim 4 KTon reductie. Die vrijwilligheid, een belangrijk punt om draagvlak te verkrijgen, lijkt nog steeds gewaarborgd.

Vergoeding?
Het Landbouw Collectief liep bij LNV tegen een muur van onwil op, die werd vertaald in bezwaren als: “de reductie kan niet worden toegerekend op hexagoonniveau”, “de reductie is niet te borgen”, “varkens opruimen in Brabant, daar kan je geen huizen voor bouwen in Den Haag”… Bezwaren die nu kennelijk geen probleem meer zijn. Dat is mooi.

Wat minder mooi is, is dat er feitelijk geen vergoeding voor de stikstofreductie van de boeren is benoemd voor de voer- en weidegangmaatregelen. Een harde voorwaarde voor het LC. In de brief van 20 juli stelt de demissionaire Minister dat de voer- en weidegang maatregelen  “weinig tot geen kosten vergen van de boeren”. Dat lijkt erg kort door de bocht en bovendien niet onderbouwd.

Boeren leveren ruimte
En zelfs al zou het weinig kosten: de inspanningen van de boeren leveren de maatschappij ruimte en mogelijkheden op. Nu de melkveehouders al jaren een negatief inkomen hebben – zoals de kostprijsberekening in opdracht van DDB heeft aangetoond – is een vergoeding voor deze ruimte en mogelijkheden die andere sectoren te gelde kunnen maken, wel degelijk gerechtvaardigd én noodzakelijk!

Geen samenhang
Wat we vooral missen in de brief van LNV, is de uitvoerbaarheid van de voorgestelde maatregelen. Want er zijn in ruim anderhalf jaar nogal veel extra maatregelen ingevoerd die de uitvoerbaarheid in de praktijk fors frustreren.Zoals:

  • De minister wil dat er meer uren geweid worden om stikstof te reduceren. Echter, het CDM heeft voorgesteld om weiden te verbieden tijdens droogte. Niet echt bevorderend voor het aantal uren weidegang.
  • Wanneer je meer wilt gaan weiden door bijvoorbeeld ook je droge koeien bij het drachtige jongvee uit te scharen, wordt dat erg lastig door de nieuwe maatregel dat een drachtig dier minder dan 10% van de dracht niet meer vervoerd mag worden. Alweer een beperking aan de mogelijkheid op optimaal te weiden.
  • Voor derogatiebedrijven is 80% grasland verplicht. Gras moet je bemesten. Als je water bij de mest doet, heb je meer benutting, dus meer gras, meer eiwit en een eiwitrijker rantsoen. Dan moet er wel ruimte komen om het rantsoen aan te passen. Dan moet er ruimte zijn om meer maïs te telen. Als het streven is dat er minder eiwit gevoerd gaat worden, zal voor de derogatiebedrijven de 20 – 80 regeling opengebroken moeten worden.
  • Tenslotte de 20 graden regeling die dit jaar is ingegaan voor derogatiebedrijven: water bij de mest en deze 20 graden regeling, gaan niet samen. Dat bewijst dit jaar al: halverwege dit seizoen zijn er al bijna geen dagen geweest dat er uitgereden kon worden beneden de 20 graden.

Wat in 2019 nog goed mogelijk was, heeft de Minister zelf deels geblokkeerd met nieuwe voorwaarden en maatregelen. Evenals provincies en waterschappen die bijvoorbeeld in toenemende mate beregeningsverboden opleggen. Dat gebrek aan samenhang tussen maatregelen zal opgelost moeten worden om resultaat te kunnen boeken.

Mandaat
Tenslotte stelt demissionair Minister Schouten dat ze het positief vindt om ‘met partijen in te zetten op de stikstofreductie in de landbouw’ en dat ‘de voortgang van de sectorafspraken zullen worden besproken met de agropartijen’. Dat Schouten deze handreiking doet geeft blijk van realiteitszin. Zij kan immers niet anders nu bij haar aan tafel weinig tot geen partijen zitten die daadwerkelijk en juridisch correct het noodzakelijke mandaat hebben om voor de sector – de boeren/melkveehouders – te mogen spreken. Het gros van de door haar benoemde partijen heeft geen leden melkveehouders en derhalve geen mandaat.

Inspanningen Landbouw Collectief
De managementmaatregelen die in deze brief van 20 juli staan, zijn één op één het resultaat van de inspanningen van het Landbouw Collectief, een samenwerkingsverband van dertien belangenorganisaties waarvan het gros leden heeft. Die onder zeer deskundig voorzitterschap het beste voortbracht wat de landbouwsector aan belangen behartiging in huis heeft. Zonder eigenbelang, samen sterk. Ik ben er van overtuigd dat dit ook nog steeds de wens is van het overgrote deel van de boeren. Het geneuzel van Den Haag veroorzaakte verdeel en heers en hield het gecreëerde stikstofprobleem anderhalf jaar, ten onrechte in stand! Het Landbouw Collectief bood in november 2019 de oplossing en zal ook in 2021 noodzakelijk zijn.

De besturen van DDB en FDF