Biodiversiteit is de basis van ons bestaan: voor ons voedsel, voor schoon water, voor klimaatadaptatie, als buffer tegen ziektes. Het gaat niet goed met de biodiversiteit, het aantal planten- en diersoorten neemt snel af. Akkerbouwers kunnen een grote bijdrage leveren aan het herstel van de biodiversiteit en hun bijdrage verdient beloning. De BiodiversiteitsMonitor Akkerbouw helpt om prestaties op dit vlak meetbaar te maken. Het vormt ook de basis voor de beloning van die prestaties. Op 14 februari is de monitor, samen met een brochure over de kritische prestatie-indicatoren (kpi’s) die aan de monitor ten grondslag liggen, gepubliceerd.
Anne van Doorn was vanuit WUR projectleider van de PPS (publiek-private samenwerking) Biodiversiteitsmonitor akkerbouw en de kpi’s. “We willen dat akkerbouwers hun prestaties voor biodiversiteit meetbaar kunnen maken. Het gaat er dan om in hoeverre boeren de juiste condities creëren voor biodiversiteit op hun bedrijf. Het is bijvoorbeeld bekend dat een hogere gewasdiversiteit de biodiversiteit sterk verbetert. Een index voor gewasdiversiteit is dus een kritische prestatie-indicator.” In de brochure staan alle succesvolle maatregelen, inclusief onderbouwing, berekeningssystematiek en databron voor de berekening per indicator.
Concreet verbeteren
Voor de ontwikkeling van de BiodiversiteitsMonitor Akkerbouw (BMA) en de uitrol in de praktijk geldt een aantal uitgangspunten. Anne benadrukt: “Het belangrijkste is dat de BMA een gemeenschappelijke taal tussen akkerbouwers, overheid, ketenpartijen, ngo’s en andere betrokkenen biedt om de prestaties van biodiversiteit inzichtelijk te maken en te waarderen. Met een breed gedragen meetmethode en robuuste data heb je een stevig kader waarbinnen rekening gehouden kan worden met regionale verschillen. De KPI aandeel natuur en landschap zal in de Achterhoek bijvoorbeeld een andere invulling hebben dan in Flevoland. Verder is het belangrijk dat akkerbouwers weten wat ze moeten doen: hoe kunnen ze concreet verbeteren op de indicatoren? Dat hebben we ook beschreven.”
Een ander uitgangspunten van de BiodiversiteitsMonitor Akkerbouw is dat akkerbouwers zelf zo min mogelijk administratieve last van de BMA hebben. Daarom wordt vooral gebruikt gemaakt van bestaande gegevensbestanden. Ook moet de monitor aansluiten bij het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Anne concludeert: “De tijd is rijp voor een nieuwe deal tussen landbouw en maatschappij, een deal waarin inspanningen voor biodiversiteit een plek krijgen in de economie. Daarin kunnen de kpi’s een sleutelrol spelen.”
Publiek-Private Samenwerking
Tussen 2020 en 2022 is vanuit de Publiek-Private Samenwerking (PPS) BiodiversiteitsMonitor Akkerbouw gewerkt aan de ontwikkeling van de monitor. Dat gebeurde op initiatief van Brancheorganisatie Akkerbouw, Rabobank, Provincies Groningen en het Wereld Natuurfonds (WWF-NL), in samenwerking met Wageningen University & Research, BoerenNatuur en Louis Bolk Instituut, en met medefinanciering van de Topsector Agri & Food.
KPI 1 | Percentage rustgewassen in rotatie |
---|---|
KPI 2 | Organische stofbalans |
KPI 3 | Stikstofoverschot |
KPI 4 | Milieubelasting gewasbeschermingsmiddelen |
KPI 5 | Percentage bodembedekking |
KPI 6 | Carbon footprint |
KPI 7 | Percentage Natuur- en landschapsbeheer |
KPI 8 | Gewasdiversiteit |