De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft de tweede Agro-Nutri Monitor uitgebracht. De monitor laat zien dat de meeste biologische producenten hun hogere productiekosten vergoed krijgen door hogere prijzen. De ACM constateert in de monitor dat de grootste belemmering voor de transitie naar meer duurzame landbouw de nog geringe consumentenvraag naar duurzaam eten en drinken is. Minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft haar appreciatie van de monitor onlangs met de Tweede Kamer gedeeld.
Biologisch is voor de meeste producten rendabel
De Agro-Nutri Monitor heeft tot doel om meer inzicht te krijgen in de prijsontwikkeling voor gangbare en duurzame producten. In de monitor zijn uien, spruitkool, peren, tomaten, melk, varkensvlees en tafelaardappelen onderzocht. De monitor toont aan dat voor de meeste biologische producten de hogere kosten die met productie gepaard gaan worden vergoed door de hogere prijs die producenten ontvangen. Er zijn tal van succesvolle voorbeelden van boeren die zijn omgeschakeld. De monitor laat echter ook zien dat er gangbare producten zijn die een gunstiger bedrijfsresultaat opleveren dan hun duurzame alternatieven. Voorbeelden hiervan zijn tafelaardappelen en zuivel: de ontvangen meerprijs dekt bij deze producten niet de meerkosten.
Geringe vraag is belangrijkste belemmering
De grootste belemmering voor de duurzame transitie is de geringe vraag van consumenten naar duurzame producten, aldus de ACM. De meeste consumenten zijn in de praktijk niet bereid een hogere prijs te betalen voor duurzame producten, terwijl het momenteel juist meer kost om biologische producten te maken dan gangbare alternatieven. Uit ander onderzoek blijkt dat de meeste Nederlanders zelf aangeven wél meer te willen betalen, maar dit vertaalt zich dus niet automatisch naar hun daadwerkelijke koopgedrag. In dat kader onderschrijft de ACM hetgeen minister Schouten al eerder stelde: het verkleinen van dit prijsverschil kan de sleutel zijn naar economische, sociale en ecologische duurzaamheid. LNV verkent momenteel hoe dit soort beprijzingsmechanismen duurzame productie en consumptie kunnen stimuleren. Daarnaast hebben supermarkten een sleutelrol in het vergroten van de vraag: mensen kopen het merendeel van hun voedingsmiddelen bij de supermarkt. LNV is hierover met de supermarkten in gesprek.
Aandacht voor export is essentieel
Alleen verduurzaming van de Nederlandse consumptie is echter onvoldoende voor verduurzaming van de Nederlandse productie: veel van onze producten worden naar het buitenland geëxporteerd, waar duurzaamheidsinspanningen vaak onvoldoende rendement opleveren. Het is daarom belangrijk om ook de vraag naar producten met duurzame keurmerken in het buitenland te vergroten, met name in Europa als grootste afzetmarkt. Daarom heeft Nederland het initiatief genomen om met andere lidstaten de markt voor duurzame dierlijke producten in Noordwest-Europa te stimuleren. Ook is Nederland positief over de passage in de Europese ‘Farm to Fork’-strategie over het stimuleren van de vraag naar duurzame producten.
Nodige investeringen zijn groot, maar voor de meeste producten terug te verdienen
De monitor laat zien dat een duurzame omschakeling gepaard gaat met investeringen. Deze investeringen zijn terug te verdienen voor de meeste producten, maar dan moeten ondernemers wel de middelen hebben om die investeringen te kunnen doen. Via het Omschakelprogramma Duurzame Landbouw ondersteunt het ministerie ondernemers hierbij.