Rijkswaterstaat West-Nederland Noord heeft samen met haar aannemer Van Doorn Via Optimum 450 bomen en struiken geplant in Noord-Holland. Deze nieuwe beplanting bestaat uit inheemse soorten en verhoogt de biodiversiteit op deze locaties.
De nieuwe beplanting is het gevolg van de herplantplicht die Rijkswaterstaat heeft. Langs diverse rijkswegen zijn bomen verwijderd vanwege stormschade, iepenziekte, essentaksterfte en kroonsterfte. Bij het herbeplanten is het verhogen van de biodiversiteit van belang en daar waar mogelijk ook de cultuurhistorische invulling en beleving.
Welke soorten?
De bomen en struiken die worden geplant zijn zo veel mogelijk inheems. Dit betekent dat ze van nature voorkomen in een bepaald gebied. De inheemse boomsoorten zijn onder andere esdoorn, berk, els, beuk, haagbeuk, iep, eik, wilg, populier en de lijsterbes.
De inheemse struiken zijn onder andere Gelderse roos, kornoelje, meidoorn, egelantier, hondsroos, hazelaar en grauwe wilg. Bij het planten wordt gekeken naar cultuurhistorische soorten. Zo zijn de tamme kastanje, de walnoot, paardenkastanje en de bruine beuk door de Romeinen verspreid in de lage landen.
Hoe planten we?
Bomen staan meestal in rijen langs de wegen en vaarwegen en vervullen een begeleidende functie. Maar op knooppunten en op andere locaties worden bomen en houtopstanden indien mogelijk in algemene zin natuurlijker aangeplant in groepen. Deze groepen kunnen dan uit meerdere boomsoorten zijn opgebouwd om een natuurlijker effect te scheppen.
Bij het herbeplanten is het open karakter van Noord-Holland een leidraad waar rekening mee gehouden moet worden. Dit zijn de ‘kijkvensters’ langs de wegen en vaarwegen richting het open landschap. Rijkswaterstaat kijkt niet alleen naar de houtopstanden voor het verhogen van de biodiversiteit maar ook naar de grasbermen en oevers langs het water.
Waar planten we?
De nieuwe bomen en struiken worden langs diverse rijkswegen herbeplant. Onder andere langs de snelwegen A7, A9, en deĀ A22. En de autowegen N9 en N99.