Nieuw onderzoek van Kieskompas toont aan dat 85% van de Nederlandse kiezers wil dat het kabinet doorgaat met de plannen voor een dierwaardige veehouderij. Stemmers op de VVD (86%), PVV (72%) en NSC (87%) wijken in hun opvattingen over dierenwelzijn in de veehouderij niet veel af van de gemiddelde kiezer. Deze partijen lijken de doorslag te gaan geven bij de komende stemming over een dierwaardige veehouderij.
Kiezers zijn over het algemeen opvallend diervriendelijker dan hun partijen. Zo is een ruime meerderheid van de Nederlandse stemmers voor een verbod op de plofkip (80%), het stoppen met afbranden van biggenstaarten (75%) en het langer houden van het kalf bij de koe (67%). Donderdag 29 februari houdt de Tweede Kamer een rondetafelgesprek over een dierwaardige veehouderij. Op 4 maart volgt het Kamerdebat, daarna stemmen de partijen over de toekomst van de Nederlandse veehouderij.
Uitkomsten onderzoek Kieskompas
Op verzoek van Varkens in Nood, Wakker Dier en Vier Voeters onderzocht Kieskompas de mening van kiezers over de leefomstandigheden van dieren in de veehouderij. Naast bovengenoemde maatregelen wil een meerderheid van de stemmers een einde aan kraamkooien voor zeugen (82%), een verbod op het jaardoor opstallen van koeien (80%), meer leefruimte voor vleeskippen (90%), een einde aan kippenkooien (75%) en eenlingboxen voor kalveren (78%). Daarbij voelt zes op de tien Nederlanders (58%) zich ongemakkelijk over de omgang met dieren in de veehouderij. Stemmers op BBB, SGP en FvD hechten minder belang aan dierenwelzijn.
Convenant dierwaardige veehouderij
In 2021 stemde een ruime meerderheid in de Eerste en Tweede Kamer voor het amendement Vestering. Volgens deze aanvulling op de Wet dieren, moeten stallen worden aangepast aan de behoeften van het dier. Na een felle reactie van de agro-industrie, kwam het kabinet met een afgezwakt alternatief: het convenant dierwaardige veehouderij. Het lukte de regering echter niet om tot overeenstemming te komen met de agrarische sector.