Open en halfgevulde bloemen van rozen zijn rijk aan stuifmeel. Dat maakt ze een geschikte habitat voor bijen.
Rozen zorgen voor biodiversiteit
Rozen hebben niet alleen een hoge sierwaarde, ze leveren ook een bijdrage aan het vergroten van de biodiversiteit in de openbare ruimte. Op zomerse dagen kan het rondom een rozenbeplanting flink zoemen. Na de bloei hebben rozen zelfs nog een functie. Er ontstaan uit veel rozenbloemen bottels, die weer als voedsel voor verschillende vogelsoorten dienen.
Rozen als voedselbron
Uniek aan tuinrozen is de lange bloeitijd: van mei tot minimaal de eerste nachtvorst. Door rozengeur, worden insecten al op grote afstand tot een bezoek verleid. Halfgevulde rozen en rozen met open hartjes bevatten het meeste stuifmeel. Dit is bovendien makkelijk te bereiken voor insecten. Zowel honingbijen als wilde bijen benutten ze het hele bloeiseizoen als voedselbron. Het stuifmeel, met onder meer eiwitten en vitaminen, vormen ze om tot bijenbrood dat bestemd is voor de larven.
Stuifmeel
Alle wilde rozenbloemen zijn enkel of open. (Half)gevulde rozen zijn ontstaan door natuurlijke mutaties en kruisingen door de mens. Extreem gevulde rozenbloemen hebben wel 70 of meer bloemblaadjes. In gevulde bloemen zijn meeldraden omgevormd tot bloemblaadjes; ze zijn minder toegankelijk voor bijen en bevatten minder stuifmeel. Toch zijn er ook meer gevulde rozen waar bijen stuifmeel uit weten te verzamelen.
Jarenlang
Of het nu in een park of langs een weg is, een roos die op de juiste plaats staat bloeit rijk en fungeert jarenlang als bijenhabitat. Daarvoor is een standplaats met minimaal 4 uur zon nodig. Hoe meer zon, hoe rijker de bloei. De meeste rozen zijn droogtetolerant; water geven tijdens langdurige droogte is zelden nodig, uitgezonderd jonge aanplanten. Elke grondsoort is geschikt, mits deze goed doorlatend, gezond en voldoende rijk aan nutriënten is.
Op www.Roses4Gardens.nl staat bij ‘professionals’ meer informatie over rozen in de openbare ruimte.