De stad van 2050 is een circulaire en groene stad. Tenminste, als we daar op tijd de juiste keuzes voor maken, betoogt Eveline van Leeuwen, hoogleraar Urban Economics. “Het begint met echte wil en duidelijke doelen.”
Eveline, hoe ziet de stad er volgens jou in 2050 uit?
“Dat hangt af van de keuzes die we maken. Kiezen we voor groen en duurzaam, dan is de stad van de toekomst veel gezonder dan nu. Bomen zorgen dan voor voldoende schaduw en verdamping tijdens hitte. Bij hevige regenval voeren ze het water af naar de bodem en houden het daar vast. En je ziet overal groene tuinen, plantsoenen, parken en ‘groenblauwe’ daken en groendaken. De natuur is in 2050 echt doorgedrongen tot de stad.”
Is de groene stad van de toekomst ook een circulaire stad?
“Voor een circulaire stad is om te beginnen circulair gedrag nodig. We moeten minder spullen gebruiken, geen wegwerpproducten meer kopen en als we producten niet meer kunnen gebruiken, moeten ze slim gerecycled en hergebruikt worden. Dat vraagt ook iets van de infrastructuur in de stad. In 2050 moet duurzaam boodschappen doen de standaardoptie zijn. Nu is dat nog heel moeilijk, omdat veel producten zijn verpakt in wegwerpverpakkingen. We moeten overstappen op verpakkingen die eenvoudig herbruikbaar zijn en die je op een duurzame manier kunt schoonmaken, waarna ze bij de producent worden gebracht om opnieuw te gebruiken.”
Zijn steden al toe aan vergroening en verduurzaming?
“Ja, dat merk ik zeker. Een stad als Amsterdam is bijvoorbeeld al goed bezig met verduurzaming van kademuren. Daar ontstaat een mooie groenblauwe infrastructuur. Steden zien water steeds meer als iets waardevols, zeker na de recente droge jaren. Die blauwe infrastructuur kun je heel goed combineren met groen. Dan is er echt sprake van win-win, zeker als je dit in regionaal verband doet.”
Hoe staat het met de leefbaarheid in de toekomstige groene stad?
“Verbetering van de leefbaarheid is inderdaad een belangrijke drijfveer achter vergroening van de stad. Uit wetenschappelijk onderzoek weten we dat groen allerlei gezondheidsproblemen kan voorkomen. Natuur in de nabijheid maakt mensen gezonder en weerbaarder en hun welzijn verbetert. Groen werkt goed tegen vereenzaming, nodigt uit tot ontmoetingen en je komt er tot rust.”
Tot slot, wat moeten we nu doen om straks in een groene, circulaire stad te wonen?
“Het begint met de echte wil én duidelijke doelen. Beleid wordt nu nog vaak gevormd op de manier waarop het altijd al ging zonder stil te staan bij de vraag: wat willen we voor een stad zijn en voor wie maken we beleid? Een groene en circulaire stad hoeft bovendien geen duurdere stad te zijn, zeker niet als we afstappen van belasting op arbeid en in plaats daarvan grondstoffen en materialen gaan belasten. Daardoor wordt het aantrekkelijker om arbeid in productiesystemen in te zetten en hebben meer mensen werk waar ze gelukkig van worden. Ik heb goede hoop dat de stad in 2050 in alle opzichten beter zal zijn voor ons welzijn en onze leefomgeving.”